Het is september, en ik raak al weer danig in herfst-mood. Ik leef op, ik voel me fijn, ik ben zo’n raar mens dat liever herfst en winter dan zomer heeft.
Iemand wees me erop dat ik te vroeg was: de herfst begint toch 22 september? Ja en nee. De meteorologische herfst, die gewoon lekker simpel met onze kalender samenloopt, is op 1 september begonnen. De astronomische herfst, die van sterrenstanden afhangt, begint op 22 september. Dus ik zeg gewoon dat het herfst is, want dat klopt, en ik zeg graag dat het herfst is, me happy.
Ik merk het ook aan mijn eigen reacties. Dan valt me op dat ik ineens weer speculaasjes en pepernoten wil eten. Dat ik weer zwaardere stamppotten ga koken en minder frisse salades maak. Dat ik bij groente en fruit ga denken of ik ze ga inmaken, of toch net als in de zomer meteen eten. Dat ik weer stevigere specerijen in het eten gebruik. Dat ik weer kaarsjes aansteek ’s avonds. Pompoenen bij de voordeur zet. ’s Avonds weer een dekentje naast de bank klaar leg. De groene en lichte theetjes opberg en weer meer earl grey, Lapsang Souchong en smaakvolle oolong rotstheeën uit de Chinese Wuyi-regio zet. Dat ik bij het reizen de bermen afspeur of ik al verkleurde blaadjes aan de bomen zie. Ja, mijn brein is al vooruitgeschoten en heeft zich even verankerd in oktoberstand.
De tuin maakt zich ook op voor de eindsprint van de jaarcyclus. We wonen hier nu ruim 8 maanden, maar in de winter gebeurt er niet zo heel veel in een tuin, dus ik heb wel het gevoel dat we het merendeel van de cyclus al gezien hebben. Intussen heb ik een beter idee wat wel en niet werkt in onze tuin, en wat ik wel en niet wil aanpassen of zelfs helemaal veranderen.
Tot mijn spijt blijkt het moestuingedeelte van onze achtertuin niet zo goed aangeslagen te zijn. Een combinatie van zware klei, te veel bomen rondom en daardoor te weinig zon en te veel wortels, en een colonne slakken en rupsen, dat zijn denk ik de boosdoeners. Dat roer gaan we dus omgooien. Ik heb gezien wat wel goed aanslaat: knolgroenten zoals worteltjes, rettich, radijs. Sla, tot mijn verbazing, ondanks dat ik die niet afdek, en de groenlof wil ook heel aardig. Kruiden doen het ook goed. En onze fruitbomen en -struiken zijn wonderwel trouwe leveraars gebleken: we kunnen geen pruim meer zien zo langzamerhand, het kersenboompje dat ik dit jaar pas zette als mini-struikje voelt zich kennelijk zo goed dat die in augustus ineens ging bloeien en nu begin september een takje vol mini-kersjes heeft hangen. Het zal wel niet rijpen, zo laat, maar het is leuk. Net als de toch nog kleurende druiven die we ineens tegen een muur ontdekten (serieus, die hadden we niet gezien totdat me opviel dat de frambozenstruik zulke rare bladeren er tussen had en trosjes vormde, blond!).
De koolsoorten daarentegen zijn stuk voor stuk gemillimeterd, de mais komt keurig op en blijft dan kniehoog in de groei steken, en drie (!) opeenvolgende pogingen om courgette en pompoen neer te zetten zijn alle drie mislukt, dat wil hier niet groeien. Bonen kwamen goed op, maar zijn vervolgens de joepie-feestmaaltijd van een stel duiven geweest.
Goed, dat wordt dus herindelen. Het gehele moestuingedeelte wordt anders. De fruitstruiken krijgen meer ruimte. Ik ga veel meer kruiden in de grond zetten, en vooral ook proberen om er nog wat meer meerjarigen in te laten groeien, zoals rozemarijn, tijm, bonenkruid, bosuitjes, kerrieplant, munt, bieslook, daslook, dropplant en een beetje salie, misschien een laurierboompje. Kruiden kan ik ook wel bij de zelfoogsttuin halen, maar ik kook altijd zo’n beetje op gevoel en weet echt niet vooraf wat ik wanneer kook. Ik ga maar 1x per week oogsten en op goed geluk een stapel kruiden oogsten is ook niet echt handig: ze zijn niet altijd allemaal zo lang houdbaar, en hoe verser hoe lekkerder. Ideaal dus als dat uit eigen achtertuin kan komen.
Minder groente volgend jaar, die haal ik wél bij de zelfoogsttuin. Misschien probeer ik nog één keer bonen, maar dan met net erover.
Een klein stukje van de ruimte waar het zaaien van spinazie mislukte, is intussen al in beslag genomen. De vorige bewoners van het huis lieten in de tuin een speciekuip achter. De hele winter, lente en zomer stond die kuip rechtop tegen de muur van het huis te wachten op… ik weet niet eens wat. Maar nu ben ik blij dat ik hem niet heb weggegooid. De kuip is ingegraven op een hoek tussen terras, gazon en moestuin. Via een gratis ophalen groep op Facebook kon ik in Oldehove, een paar dorpen verder, een zware stapel grote flagstones ophalen, die ik hier op een stenen borderrandje liet vallen zodat ik met de brokstukken onze nieuwbakken vijver-to-be kon omzomen. In de winter kan je toch niet zo veel doen aan een vijver, dus dit blijft zo staan tot het voorjaar. Intussen zal de kuip zich langzaam vullen met regenwater, denk ik zo. In het voorjaar doe ik er wat waterplantjes in, en dan wachten we af wat er eventueel spontaan aan diersoorten in komt, zo nodig doe ik er een schep uit de sloot bij. Vissen zal niet gaan, het is te ondiep. Dan kunnen ze bevriezen. Maar het natuurlijk verloop volgen kan ook al erg leuk zijn.
Hondje Pico was alvast erg tevreden met het natuurlijk verloop van de eerste nacht. Meteen de eerste morgen dook hij al de ton in om de daarin gevallen en zo door de steile wanden opgesloten muis te vangen. Ons hardhorende slechtziende oudje was behoorlijk trots op zijn vangst. Alleen jammer dat hij hem niet lustte: het bleek een dwergspitsmuis te zijn en die scheiden nogal een muskuslucht af!
Toegift: ik had deze blog al bijna online gezet, toen ik me realiseerde dat ik onze zeldzame ontmoeting met nog een andere dwergmuis-soort, namelijk de Europese dwergmuis, wilde delen. Ooit had ik deze in gevangenschap, lang geleden, dus ik herkende het minimuisje meteen toen deze volkomen verstard ineens in mijn blikveld hing in een veld met hoge grassen. Heel bijzonder. Dus, de uitsmijter van dit blog, geniet ze!