Genietmomentjes

Ik observeer bij mezelf een niet geheel verwachte reactie op de aanstaande verhuizing, namelijk een intensivering van mindfullnes-momenten.
Nou ben ik gewoonlijk niet zo van de hippe praat, en hoe ‘hot and happening’ mindfullnes ook mag zijn, het is iets dat ik al vanuit mijn kindertijd heb meegekregen en nooit zo genoemd heb. Iemand wees me erop dat ik vaak ‘mindfull’ bezig ben en zoals mij -licht wereldvreemd behalve in mijn eigen wereld- wel vaker gebeurt kijk ik een beetje wazig als iemand me een hedendaagse term naar het hoofd slingert, mompel eens wat vaags, zoek dat dan later op en denk: “Oh, is dat ‘een dingetje’ dan?” (Want dat is ook zo’n ding, alles is tegenwoordig een dingetje, dus het is zeg maar helemaal niet mijn ding om het dan ook dingetje te noemen maar we zijn nou toch hip bezig.)

Mindfullnes dus. Met de paplepel ingegoten door mijn moeder, waar ik nog steeds dankbaar voor ben. Mijn moeder kon mij, zus en broers als kinderen ineens in een wandeling stil laten staan om samen aan een bloemetje te ruiken. Of naar een grappig gevormd blaadje met galappeltje te kijken. Mijn moeder kon in een haastig verlopende maaltijd ineens roepen: “Hè, wat is dit sausje lekker bij die groente”, of zo iets. Bij het ontbijt staarde ze door het raam van de keukendeur en wees ons op de prachtige rode zonsopgang, of we die wel gezien hadden. Ze kon soms zelfs ook gewoon echt niets zitten doen, de kat op schoot aaiend, helemaal in het hier en nu en het moment, genietend van het hard ronkende gespin van de kat. Zo zen als zen maar zijn kan.

img_0115
Zonsondergang bij de Hatertse hei, Wijchen

Dit vond bij mij een vruchtbare voedingsbodem. Ook ik kon en kan mensen om me heen soms verbazen, verblijden of irriteren met een plotselinge traagheid of stilstand, letterlijk of figuurlijk, als ik ineens iets moois zie of meemaak of beleef.
Sta ik in de auto ineens stil langs een weiland terwijl ik een pasgeboren kalfje nog dampend van het vruchtwater bibberend zie opstaan, of op zijn minst pogingen daartoe ondernemen. Dat kan maar net tot de volgende auto op het smalle landweggetje aankomt, maar voor zolang het duurt zuig ik het beeld in me op. Nog steeds ga ik langzamer bij een roodkleurende hemel om het beeld tot me door te laten dringen. De eerste slok van vers gezette thee, met zorg en aandacht gezet, neem ik nog steeds regelmatig met ogen dicht en smaakpapillen open. Een goed stuk muziek kan ik zo intens beleven dat ik geen idee meer heb van de tijd. Overigens, daarop aanhakend, enkele maanden geleden gingen we met het hele gezin naar Het Gelders Orkest waar maestro Jules (van Hessen) uitleg gaf over Dvoráks 9e symfonie, waarna het na de pauze in zijn geheel uitgevoerd werd. Middelste had daar vooraf niet zo bijster veel zin in, want ‘klassiek is saai’ (niet voor niets ruilde zij haar klarinet na jarenlang les en orkestspel in voor een elektrische basgitaar), maar aan het eind van het concert keek ze stomverbaasd op dat het ‘al’ afgelopen was. Ik heb met haar op de computer opnames moeten terugzoeken voor ze wilde geloven dat die symfonie echt drie kwartier duurt. Ook zij had voor het eerst volledig die ervaring gehad verloren te raken in de tijd terwijl je een concert intens beleeft.

Bijzonder mooi gedraaide boomstam. Woezik, Wijchen.

Nu ik weet dat heel veel momenten die zo normaal waren ineens ‘voor het laatst’ voorbij komen, beleef ik ook die dus heel mindfull. Nog één keer dat mooie binnendoorweggetje rijden, van Duitsland naar Nederland, en rondkijken. Extra bewust zien. Nog één keer een najaarsoogst binnenhalen op Wijchense klei-en-zand, en de dankbaarheid voelen dat je zomaar in zo’n mooie tuin je groentes mag halen. Nog één keer die bizar gedraaide stam van die absurd mooie boom bekijken die dicht bij de pluktuin staat. img_1086Nog één keer zien hoe de wilgen langs de sloten hier geknot worden. Nog één keer de sierappeltjes aan ons boompje in de achtertuin zien verschijnen (en afvallen, jammer genoeg). Nog één keer op het werk niet meteen de auto in na werk maar even stilstaan op de parkeerplaats en het bos ruiken en de spechten horen roffelen. Nog één keer naar schoonouders rijden via de zuidelijke aanvliegroute, en intens genieten van de o zo bekende route in schitterende herfsttooi en witte rijp.
Op het werk, de laatste vergadering met die groep, de laatste keer dat ik collega M zie, toevallig op mijn 12,5-jarig jubileum wat ik nog net meepakte, de laatste keer assisteren bij een neuromodulatie (of zou ik nog net één keer aan de beurt komen?), de laatste keer apparatuur calibreren en voor collega’s in de agenda zetten wanneer zij dat voortaan moeten gaan doen… alles met een mengeling van weemoed en resolute afsluiting. Een toekomstig collega van eega en toekomstig Aduarder dorpsgenote die tot mijn verbazing mijn blogs nog leest ook (hallo M!) merkte enigszins verbaasd op tegen eega toen hij begin van deze week weer in Groningen was: “Het lijkt wel alsof Jiska er echt zin in heeft, die verhuizing!”
Nou, laat ik dat nuanceren: in de verhuizing an sich heb ik niet bizar veel zin, dat is namelijk best wel gedoe en een behoorlijke logistieke uitdaging (hip! Niet van ‘probleem’ maar van ‘uitdaging’ spreken!) maar ik heb enorm veel zin in het verhuisd-zíjn. Het herinrichten, het eigen maken, het aantrekken van het nieuwe huis in Aduard als een comfortabele voorgedragen oude jas. Dat een deel van de toekomst onzeker is omdat ik bijvoorbeeld nog niet weet wanneer ik weer kan gaan werken en voor hoeveel uur dan is vooralsnog niets aan te veranderen, dus dat zet ik voorlopig van me af. Ook zo’n lievelingsuitspraak van mijn moeder die bij mij is blijven hangen: “De mens lijdt het meest van het lijden dat hij vreest.”  Voor nu geniet ik van het idee dat ik vanwege opgebouwde reserves twee maanden nog niet hoef te werken en dus heerlijk de tijd heb om ons nieuwe huis, Aduard en Groningen te leren kennen. Wandelen met de hondjes, fietsen in de buurt, werken in de tuin, afwisselen met huis inrichten en dozen legen.

Er zijn ook al wat dingetjes mindfull mis gegaan. Sta ik verliefd te kijken naar een nieuw opgehaalde boekenkast en me mijmerend voor te stellen hoe die in de nieuwe woonkamer staat, realiseer ik me ineens dat ik al met koken begonnen had moeten zijn, wil de geplande maaltijd nog tot de mogelijkheden behoren zonder te hoeven teruggrijpen op een supersnelle pasta. Val ik helemaal stil als ik bij de caviaren geniet van de diertjes die tevreden murmelend een pluk vers ingeworpen hooi of groenvoer naar binnen werken, om 10 minuten later op te schrikken dat ik echt naar orkest moet vertrekken. Soms is mindfullnes namelijk ook gewoon luiheid, traagheid of dagdromen, in mijn beleving. Zolang ik geen spijt heb van mijn stilstandmomentjes die soms wat veel tijd kosten, ga ik me er lekker niet schuldig over voelen. Daar heb ik namelijk echt geen tijd voor!

img_8566

’t Is wat.

Weet je wat het is, je weet het nooit, en dat is ‘t. Moedertje Natuur kan bést voorspelbaar zijn. Zo voorspel ik jullie met haar goedvinden dat na de herfst de winter komt. Jawel. Maar dat vindt ze kennelijk wel genoeg prijs gegeven. De echte moestuiniers en wildplukkers zitten nu vast al instemmend te knikken, terwijl de rest nog met vraagtekens in de ogen zit. Maar het zit nu eenmaal zo: als je iets wil van Moedertje Natuur, moet je toch ook een beetje afwachten of en zo ja hoe veel je krijgt.

Op dit moment zijn wij, nog heel even, lid van een geweldig Wijchens initiatief: Pluktuin Sfeer van Willems. Zelf noemen ze ons geen lid. Volgens de familie Willems zijn we namelijk ‘oogstgenoot’. Met alle oogstgenoten hebben we begin van het jaar geld ingelegd en daarvoor houdt familie Willems een enorme moestuin gaande. Wij oogstgenoten mogen het hele jaar door plukken, ontwortelen, oogsten en meesjouwen wat klaar is om het land te verlaten. Maar behalve in de oogst, deel je ook in het risico. Mislukt de aardappeloogst, jammer dan, volgende keer beter. No return of investment. In Groningen hebben we al een dergelijk initiatief gevonden: Het Proefveld. Ook daar ontvang je een creatieve naam: oogstaandeelhouder. Die vond ik ook wel leuk bedacht, want ook bij de handel in aandelen moet je afwachten hoe ze het gaan doen. Wij zullen in ons eerste jaar in Aduard lid zijn van het Proefveld omdat ik nog geen idee heb of het moestuinieren in eigen tuin gaat aanslaan, laat staan of we er genoeg af zullen kunnen halen om ons gezin te voorzien, én de cavia’s die ook graag wat mee knabbelen. Met al mijn ervaring sta ik toch een beetje in mijn hemd als het gaat om andere grond, andere omgeving en andere gewassen. Leuk hoor, zo’n jarenlang eigen lapje volkstuin ongeveer op de Gelders-Brabants-Noordlimburgse grens, maar voor Groningen bent u nog een groentje mevrouw Jiska.

Ja, er waren tegenvallers dit jaar. De toch wat snel rottende uien noemde ik in een eerder blog, maar ook de oogst Japanse Wijnbes in onze achtertuin viel tegen, en de pompoenen werden eigenlijk niet zo groot als gedacht. Een grappige was dat ik dacht een prachtige savooiekool geplukt te hebben, zoals gewoonlijk met wortel en al, zodat hij in een emmer bij de voordeur nog tijden goed blijft. Kan je mooi elke keer een paar bladeren gebruiken. Kool bleek vanuit de kern uitgehold te worden door rupsen. Dan sta je toch ook even beteuterd te kijken. Hoewel, de kippen en luipaardgekko’s waren erg blij met de rupsen, dus vooruit dan, er zat een goede kant aan. Wildplukken van vlierbessen kon ik trouwens ook wel vergeten dit jaar. Had ik speciaal bij een hele groep de vlierbloesems laten hangen (terwijl vlierbloesemsiroop óók zo lekker is!) om later de bessen nog te kunnen gebruiken… droogden die al aan de struiken in tot extreem onaantrekkelijke krenten-look-a-likes terwijl je erbij stond te kijken. En dat ik me al een maand verheug op de gewoonlijk veel eerder te vinden eekhoorntjesbrood zal Mevrouw Natuur ook aan haar spreekwoordelijke derrière oxideren. Wordt het eindelijk een beetje natter, is er nog geen boleet te plukken in de buurt.

img_9689Maar de natuur geeft en neemt hoor. Ik kreeg daarentegen namelijk wel een héle ruime oogst hazelnoten, ongelooflijk knetterhard van schil maar daardoor ook goed houdbaar, en de tamme kastanjes zijn opvallend mooi groot dit jaar. De lijsterbessen waren prachtig rond en zonder vlekjes, en het riet dat ik altijd voor de cavia’s pluk had dit jaar niet eens zo veel bladluis als vorige jaren.

En mijn vaste stekje in het bos waar ik 2 wilde appelboompjes weet te staan gaf me een zo overvloedige oogst dit jaar dat ik er nog maaaaaanden mee kan koken en bakken. Ik rij er nog af en toe langs, de inmiddels lege boompjes, en bedenk me weemoedig dat dit het laatste jaar was dat ik dankbaar gebruik van ze maakte.

Een deel van de wildplukappeloogst van dit jaar.
Een deel van de wildplukappeloogst van dit jaar.

Meerdere mensen wees ik erop dat die boompjes daar zomaar gratis lekkers produceren, maar het concept van wildplukken blijft toch voor veel mensen nog iets raars en zeker als er intussen mensen langslopen schamen sommigen zich ervoor daar uitgebreid te gaan rapen, waardoor het gros van die appels ongebruikt op de grond ligt te vergaan. Zo zonde…..

Elk partje is ongeveer een kwart appel. Lekker knapperig en vol smaak!
Elk partje is ongeveer een kwart appel. Lekker knapperig en vol smaak.

Ik heb de boompjes maar aangetekend op de wildplukkaart van Nederland, net als diverse andere bomen en struiken, en hopelijk maakt een ander er nog goed gebruik van. De regio waar we naartoe gaan is nog akelig leeg op die kaart. Laten we hopen dat ik er over een jaar een leuk aantal vindplaatsen aan heb kunnen toevoegen!

Zo, inmiddels zijn mijn tenen en vingers weer bijna droog en warm. Ik was namelijk vanmorgen in de tuin om spruitjes te plukken, omdat ik eergisteren overvloedig tamme kastanjes geraapt heb. De gouwe ouwe combi, never change a winning team. Terwijl het regenwater van de bladeren in mijn mouwen liep en het vocht door mijn schoenen inclusief opossumwollen inlegzolen drong, mijn vingers steeds stijver werden en mijn neus begon te lopen, zat ik daar een beetje domweg tevreden en gelukkig te wezen. Het soort gelukkige tevredenheid wat je als kleutertje voelt wanneer je met een of ander zelfgekleid gedrocht met zelfgekozen knalkleur geverfd naar een van je ouders toe loopt, en desbetreffende ouder keurig meespeelt dat hij of zij zo ontzettend blij is met jouw maaksel, ken je dat gevoel? En dat soort tevredenheid wordt dan nog eens getopt wanneer het vormeloze hoopje later op een bureau ‘nuttig’ staat te wezen met één pen en één potlood erin (een groter gat kregen je kleutervingertjes niet voor elkaar).

Maar goed. Tenen en vingers droog en warm, dus ik ga er weer even vandoor. Naar de Kringloopwinkel, spullen wegbrengen die hier niet meer gebruikt worden maar die nog bruikbaar zijn waardoor ik het vertik ze in de kliko te mikken. Kan ik meteen even kijken of er nog leuke bruikbare rieten mandjes zijn voor onze spulletjes in de nieuwe badkamer. Onze eigen kleine kringloop: ik kan zelden spulletjes daarheen brengen zonder meteen wat mee terug te nemen. Op z’n Grunnegers, waarvan ik les 1 inmiddels geleerd heb: moi!