Eérst oogstfeest, dán oogsten.

Mijn moestuintje staat er nog maar kleumerig bij. Een paar groene sprietjes en blaadjes kijken voorzichtig om de hoek of het weer al naar voorjaar neigt. Voorbodes, dappere voorgangers… of zelfmoordcommando’s, want hun keutel weer intrekken bij te koud weer zit er voor planten niet in. Kopje boven de grond is en blijft kopje boven de grond. Ik zaai dus nog maar heel erg met mate, want het weer is ook inderdaad nog niet heel moesplantvriendelijk. Wat mijn moestuin het aanzien van ongeveer een gemiddelde februari geeft. Sowieso is het een beetje een experimenteerjaar, want ik heb nog nooit op zulke zware klei gemoest. Of er genoeg zon op valt, genoeg afwatering is, voldoende slakafweer is, de fruitboomwortels niet te veel voeding wegpakken: het moet allemaal nog uitgevonden worden, dit eerste jaar in ons droomhuis. Bovendien heb ik ook serieus niet het idee dat dit stukje grond wat ik nu bewerk ons gezin volledig van de meer dan gemiddelde behoefte aan groente -want, vegetariërs- kan voorzien.

Dus. We hebben een plus. Eigen tuin, plús pluktuin. Ik noemde hem al eerder: Het Proefveld in Haren. Hier mogen wij voortaan onze biologische groentes zelf gaan plukken, voor een meer dan schappelijke prijs voor ons gezin van vijf. Boer Gijs doet het werk, wij oogstaandeelhouders plukken, rooien, oogsten, graven uit, rapen en snijden af. Lekker met de handjes in de aarde. Op 1 mei opende het oogstseizoen. Tot ver in de winter hopen we met enkele tientallen mensen van dit stukje grond te kunnen eten.  Maar dat oogstseizoen opende niet zomaar. Nee, daar ging een Oogstfeest aan vooraf. Nou had ik al regelmatig oogstfeesten meegemaakt in het najaar, als er oogst is, maar nog nooit een oogstfeest vóór er oogst was. Dat wilden we meemaken. We schreven ons in voor deze happening op 30 april, de dag ervoor zette ik de kikkererwten in de week en op de dag zelf maakte ik een flinke bak humus en bakte er nogal last minute een ciabatta bij die ik zo snel uit de oven sneed (het oogstfeest was al begonnen en wij moesten nog vertrekken) dat ik bijna mijn vingers brandde.

Gewapend met deze offerandes togen we naar boer Gijs zijn trots: de pluktuin. Eenmaal aangekomen in dit kleine paradijsje (voor eega en dochters de eerste keer) bleken er al veel equalminders te zitten. Er stonden hapjes en drankjes op tafel, er liepen honden rond (acuut spijt dat we onze oudste hond Pico thuis hadden gelaten, die had dat geweldig gevonden), de trampoline gooide juichende kinderen de lucht in, de pompoensoep was gloeiend heet, en de steenoven stond met een houtvuurtje erin voor te verwarmen. Er zouden nog vele verse pizza’s uit gaan komen die middag.

Ik wierp mij op als gids en toonde eega en dochters kassen, tuin en kippen. Die laatsten hadden het voor elkaar gekregen te ontsnappen en liepen onbedoeld hun eigen groenvoorziening bij elkaar te scharrelen. Ach, ze zouden vanzelf wel weer op stok gaan bij schemering. Wij genoten van dit bijzondere plekje, dat mochten de kippen ook wel even. De zon scheen, de jassen waren uit, life’s good.

Uurtje later. Een heerlijk potje Groning in de tas, een kruidenthee in de maag, een kom pompoensoep met garam masala tinteling in de hand. Ik zit als moeder een beetje boelveel apetrots te wezen op oudste, die zich lekker genoeg in haar eigen vel vindt zitten om hier in een bijeenkomst vol onbekende mensen haar ukelele uit te pakken en zichzelf te begeleiden terwijl ze uit volle borst zingt. Oudste kan heel goed zingen, en heeft dat ook al wel on stage gedaan, maar zichzelf begeleiden doet ze nog niet zo lang: ze kocht de ukelele pas twee maanden geleden.
Uren oefent ze ermee, en nou komt ze er gewoon mee naar buiten. Letterlijk en figuurlijk. Wat een kanjer. (Ja, echt boelveel apetrots.) Zelfs jongste en ik zongen nog wat deuntjes mee. Voor mij was dat het lastigst: de generatiekloof in muziek sloeg toe en ik, Radio4-luisteraar, kende amper haar emo-rock-indie-music. Eén-nul voor oudste, die meer van ‘mijn’ muziek kent dan ik van de hare.

Ontspannen, be-zon-d en gelaafd namen we afscheid van boer Gijs, die we op de valreep nog even wezen op een bijzondere zegening van boven: een omgekeerde regenboog. Een glimlach in de hemel boven dit aardse paradijsje. Nou nog de slakken ervan overtuigen dat dit géén paradijsje is, dan kunnen we deze week de eerste sla gaan halen!

PS Na het schrijven van dit blog zat het februari-aanzien van de moestuin me toch niet zo lekker. Dat veldje raapstelen die net 1 cm hoog zijn maakten het eerder zieliger dan groener. Vanmorgen dus een paar uur lekker in de tuin gewerkt, intens aangestaard door de kippen (die regelmatig een handje onkruid hun ren in kregen) en na schoffelen, palen en stokjes de grond in zetten, draadjes spannen, geulen maken, zaaien, naambordjes schrijven en een volgende stuk grond alvast omspitten voor de eind-mei-zaai ben ik weer tevreden. Met uiteraard veel ‘vergeten groente’, oude rassen en leuke experimenten. Hallo gele stokslaboon, kastanjewortel, Deventer Zwartblad winterbiet, Texsel Greens, Tom Thumb, rode en geelgroene melde, hertshoornweegbree en meer van dat moois.

Auteur: Jiska

Op weg naar een groen leven in Groningen!