Drie-en-een-half keer. Toen ik het narekende werden mijn ogen groot. Ons huidige perceel is drie-en-een-half keer zo groot als ons vorige perceel. Wauw! Het huis ligt ongeveer midden op het kavel, wat ons een royale oprit geeft (stel dat we ze zouden hebben, dan zouden er met gemak 2 auto’s op gepast hebben, nu staat onze geitenwollensok-Prius verdwaasd in haar eentje de ruimte in te kijken), een flinke voortuin, en een ongeveer net zo flinke achtertuin. De tuinen waren keurig bijgehouden toen we erin trokken. Niet veel aan te doen dus. Bovendien zegt men altijd dat je na een verhuizing eigenlijk de tuin een jaar met rust moet laten, om vier seizoenen lang te kijken wat er eigenlijk al in de tuin staat, wat wanneer bloeit, wat waar opkomt, wat in de praktijk de beste zonplekjes in de zomer zijn, waar je uiteindelijk het meeste zit, enzovoorts.
Ik ontdek nu bijvoorbeeld blij dat er krokussen in de grasmat (of eerder mosmat) van de achtertuin blijken te groeien, en dat langs de houtwal tussen ons en buren een boel sneeuwklokjes opkomen. Genieten! Zie je wel, er hoeft niet per se meteen wat te gebeuren. Ik probéér dan ook om niet te veel aan de indeling te doen. Maar ik rammel wel aan die begrenzingen. Zo heb ik al heel wat bollen ingegraven. Ik kon het niet laten. Dat levert nog aardige verrassingen op.
Op de plek waar ik nu ineens -later dan in de rest van het land- tot mijn vreugde een verrassende hoeveelheid sneeuwklokjes zie opkomen, heb ik bijvoorbeeld net twee weken eerder een heel stel wortelstokken van Lelietjes van Dalen ingegraven. Niet erg. Zit elkaar niet in de weg, bloeit na elkaar, stom toeval en geluk gehad dat ik de goede plek koos. En trouwens, die sneeuwklokjes: hun verspreidingsgebied in de voortuin houdt keurig nét op waar ik de spade in de grond stak om de kerstboom (hij heeft de reis vanuit Wijchen overleefd!) in te graven. Volgens mij heb ik geen enkele sneeuwklok vermoord. Ik denk dat de tuinvoorzienigheid met mij is.
Natuurlijk blijven de keurig in vorm gesnoeide buxushagen, beukenhaag en taxusboompjes staan. De overkappingen, tuindeur, schuur, schuttingen, terrassen, tuinpaden: ik dénk er niet eens aan daaraan te komen. De grote lindeboom in de voortuin (een heel klein stukje van de kroon zie je in de header van dit blog): ze mogen daarvan geen twijgje schaden, ik ben er straalverliefd op. De pruimenboom en perenboom in de achtertuin: idem. Waag het niet die uit de tuin te willen halen. Ook diverse andere uit de kluiten gewassen struiken en boompjes, die in onze oude tuin in hun eentje al een complete border gevuld had, mogen hier blijven staan: een manshoge hortensia, een meer dan manshoge rododendron, een mooie wilg (nu nog uitvinden hoe ik die moet snoeien). Nee, de tuinplannen worden er omheen gevouwen.
Natuurlijk zijn die plannen er wel. Ondanks het voornemen zo veel mogelijk het eerste jaar af te wachten, zijn er nu eenmaal dingen die wel moeten gebeuren, en dan ook maar meteen. Het kippenhok kon niet wachten. Het eerste stukje border werd weggesnoept en de kippenvolière verrees. Als daar op dat borderplekje ooit nog iets had zullen moeten opkomen: kansloos. Kippen zijn slopers. Ik heb dus geen idee welk moois ik aan onze neus voorbij heb laten gaan, maar wat niet weet, wat niet deert. Bij de aanleg van de nieuwe caviaren pakte ik dat anders aan. Voor mijn caviaopvang gaat een flink stuk van ongeveer 9 vierkante meter tuin ingeruimd worden. Omdat dat een stuk rustiger aan kan, heb ik daar de tijd genomen alle struiken, pollen, heesters en planten die ik kon vinden uit te graven en in een andere border weer te poten. Fingers crossed dat ze het overleven. Komende weken zullen het leren, en als jullie nou allemaal even hard meeduimen komt het vast wel goed 🙂
Om de nieuwe ren superveilig te maken, en te voorkomen dat roofdieren zich er onder het hek door in weten te graven, ga ik een deel bestraten met tegels, maar een ander deel komt op de grasmat. Lijkt me toch heerlijk voor de beestjes, in het gras lopen en tussendoor de sprieten opsnoepen. Enige optie om dat gras te behouden betekent een klus: grasmat afsteken in plaggen, stevig gaas neerleggen, grasmat er weer overheen leggen. Na daar enige weken tegenaan gehikt te hebben (met de smoes dat het weer er nog niet goed genoeg voor was) werd een zonnig maartweekeinde gebruikt om mezelf een schop onder de kont te geven. De klus is geklaard en ik kreeg hulp!
Eigenlijk moet ik nu weer moed verzamelen voor de volgende schop onder mijn kont. Nog meer vierkante meters staren jaloers naar de overkant van de tuin waar de schop er al onder en in ging. (Als je deze zin 2x moet lezen voor hij doordringt: niet erg, ik moest er ook 2x over nadenken.) De andere kant wil er óók een schop in. Het is echt de hoogste tijd om te spitten en de moestuin te starten. Dat ik een kersenboompje een plek in het gazon heb gegeven en een compostvat gestart ben naast de beoogde moesplek wil nog niet zeggen dat ik ‘nu toch echt begonnen ben’. Nou, komend weekeinde dan maar. Dan krijg ik na een poosje buitenwerk vast ook genoeg voorjaar in de bol om de nieuwe droogmolen te gaan uitzoeken voor het buiten drogen, en er een in de tuin in te graven grondanker bij te zoeken. Weer een klein stukje tuin waar ik toch niet een heel jaar vanaf blijf….. Tuinplannen, hardnekkige oorwurmen.