Grunneger lekkernij

Begin december had ik me eraan gewaagd een Groninger lekkernij te willen maken: de Poffert. Niet te verwarren met poffertjes. No people, poffert – period. Niks verkleinwoordje. Nothing tiny, it’s great. Thé greatest. It’s huge. You’ll love it. Het recept leek verrassend veel op Broeder en Jan in de Zak, zo veel dat ik vermoed dat het van origine gewoon dezelfde koek maar dan elk in een andere naam gehuld en geëmigreerd is. Zo iets dus als Jahweh, God en Allah. Eens zien hoeveel wenkbrauwen ik met die opmerking de lucht in krijg.

Poffertbeslag en poffertvorm

De winter was dus begonnen met poffert. Een stevig winterse maaltijd. Nu de rest van het land sneeuw had en ik als enorme sneeuwliefhebber stikjaloers en smachtend vanuit een totaal onbesneeuwd Groningen naar de foto’s keek die vanuit de rest van het land op de tijdslijn van mijn SmoelBoek voorbij komen, wilde ik ook weer een wintergevoel. Chocomel, snert en stamppotten waren de revue al gepasseerd, tijd voor grote stappen: de volgende poffert moest gemaakt worden. En wel op maandag-de-dertiende, want dat is precies 50 dagen na Kerstmis (het is ongelooflijk hoe veel ik aan Kerstmis kan relateren), en die dag kwamen schone zus Iris en nichtje Zoë op bezoek. Zoë maak je altijd blij met eten, en dit is ook nog eens lekker eten, en Iris kon vanwege een griep best wat comfort food gebruiken. Overigens, dat ik hun namen gewoon noem, terwijl ik die van eega noch dochters hier in het blog gebruik, heeft ermee te maken dat hun namen al open en bloot op mijn broer zijn blog en in zijn boek staan, dus geen geheimhouding nodig.

De avond vooraf stond er al een royale hoeveelheid rozijnen, krenten, stukjes abrikoos en pruim te wellen en weken in een goede kruidige winterthee. Dat zijn zo van die details waar ik dol op ben. Ik stel me dan voor dat dat nog te proeven is na het bakken…. en weiger het tegendeel te geloven.

Op de dag zelf vroeg Zoë wat we zouden eten. Dat was natuurlijk lastig uitleggen. “Geen pofferTJES maar pofFERT” heeft zo’n meisje van 2 1/2 jaar weinig aan. Ik probeerde het nog een beetje uit te leggen maar een poffert moet je vooral proeven en niet proberen te vatten. Gelukkig liet ze zich goed afleiden met een boekje voorlezen.

De poffert met alle parafernalia er omheen.

De poffert, die het vuur op ging tijdens haar middagslaapje, rees al snel de pan uit. Letterlijk. Gelukkig minimaal, en twee en een half uur later zouden we merken dat het ook niets aan de smaak afgedaan had.
Intussen maakte ik ook de stroopsaus, zette een pak vanillevla erbij die nodig op moest, twee smaken karamelsaus en een bak vol zelfgemaakte appelmoes. Het feest kon beginnen. Zoë keek haar ogen uit en verklaarde giechelend dat we hier taart als avondeten namen. De poffert verdween rap en de laatste minimale beetjes moesten nog beschermd worden tegen nachtsnackaanvallen zodat elke dochter de volgende morgen nog een klein half plakje in de broodtrommel kon stoppen.

Ik zeg: de basale, gemiddelde poffert heb ik onder de knie. Tijd om variaties te gaan uitproberen. Door de volgende doe ik gebakken ui en kaas of zo. Zou Zoë dan nog vinden dat we taart als avondeten nemen?

Stevig gevulde plakken poffert

Auteur: Jiska

Op weg naar een groen leven in Groningen!

Eén gedachte over “Grunneger lekkernij”

Reacties zijn gesloten.