Tokkies Deel Twee

Op 1 januari publiceerde ik een blog over De Tokkies, onze kippenfamilie. Ik stelde Nikki, Polle en Aithusa aan jullie voor. Voor ons doen is 3 kipjes hebben niet zo heel veel, ook al omdat we probéren zelfvoorzienend te zijn qua eieren, maar omdat we al in april zeker wisten dat we zouden gaan verhuizen hebben we de twee lege plekken -veroorzaakt door twee kippensterfgevallen van dit jaar- leeg gelaten tot na verhuizing.

Nu was het dan zo ver, en had het nog meteen haast ook. Zodra kippen zich een verblijf een béétje eigen maken, komt er namelijk meteen territoriumdrift aan te pas en wordt het introduceren van een nieuw Tokkie een stukje lastiger. Trouwens, onze Nikki vindt een verblijf al eigen genoeg voor territoriumdrift na gemiddeld 3,7 seconden, dus we wilden de fase van uiterst extreme territoriumdrift (bij Nikki na gemiddeld 3,7 dagen, waren we bang voor) maar voor zijn. Bovendien, de volgende kip moet binnen zijn vóór een mogelijk vervoersverbod.

In mijn vorig blog had ik beschreven hoe ik het schuilhok gemaakt had, erin gekeken had toen het nog leeg was, en geschat had dat er vier kippen in konden. Vijf leek me nog gaan maar krap. In gedachten zag ik twee, maximaal drie kippen per stok zitten, klem van wand tot wand, keer twee stokken. Ik ben een slechte schatter. Ik zal even een foto uit het vorige blog herhalen, ter illustratie:

Dus. Herschatting: drie kippen per stok kan makkelijk en is zelfs ruim, keer twee stokken. Dat is mooi nieuws. Het is namelijk altijd prettiger voor eventuele nieuwkomers om samen met een bekend maatje erbij te komen, voor zowel de morele steun als het verkleinen van het fysieke overwicht van de oude garde. Met het nieuwe jaar amper een halve dag oud nestelde ik mij op de bank, trok de klapdoos op schoot, opende hem op Marktplaats, zette een zoekstraal van 15 kilometer op en klikte achtereenvolgens ‘Dieren en toebehoren, Vee, Pluimvee’ aan. Naast enkele pauwen en ganzen en HEEL veel hanen werden er toch ook enkele hennen aangeboden. Na het wegvinken van voornoemde hanen, kleine krielkipjes, zijdevederige rassen (zien er eerder behaard dan beveerd uit en blijven veel te lang nat na een bui) en vechtrassen (dat leek me nou écht niet handig met onze Nikki) bleef er niet veel over. En dan wilde ik er nog liefst twee tegelijk halen ook.

Misschien had ik ook niet veel advertenties nodig. Eén advertentie had meteen mijn aandacht. De advertentie het dichtst bij huis, slechts 2 1/2 km verderop in Den Horn. Een hennetje werd aangeboden mét haar toompje kuikens van 3 weken oud. Kuikens? Nu?? In de winter????
Op basis van de foto’s kon ik niet opmaken hoe groot dit Tokkie was, dus even contact gelegd. Al snel had ik door dat de eigenaar geen idee had. “Ik denk geen kriel, ik schat een kilo of vijf.” Beste man, vijf kilo, dat is eerder het gewicht van een kalkoen, nog in kerstsferen? Ik vroeg dus of ik even langs mocht komen om te kijken, en als ze groot genoeg zou zijn kon ze meteen mee. We spraken af dat ik meteen al eind van de middag kon komen, als het al donker werd, want Tokkies accepteren nieuwe Tokkies ook weer beter als ze al op stok zitten te doezelen en geen veer voor ogen zien. Meneer vindt het niet erg dat het 1 januari, een feestdag, is? Meneer vindt het niet erg. En oh ja, er wordt verbouwd aan de brug, dus vóór de brug al afslaan, dan kan ik de tijdelijke weg nemen, hij woont aan de Aduarder Diep waarover de brug gaat.

Zo dicht bij huis: tijd om mijn goede voornemen af te stoffen. Eenmaal wonende in Aduard zou je de auto zo weinig mogelijk gebruiken, en zo veel mogelijk lopend en fietsend doen, weet je nog wel? Terwijl ik mezelf zo streng toespreek en de jas aantrek, kijkt jongste me in de hal aan of ze water ziet branden: “Fietsen??? Maar dat is toch zielig voor die kip!” Welnee, kan best achterop. Kippeneindje, hahaha. Jongste besluit zich er verder niet meer mee te bemoeien en laat me gaan. In de bijkeuken, waar ik via de achterdeur naar de fiets wil, loop ik tegen eega aan die stomverbaasd vraagt waarom ik ga fietsen, en of dat niet zielig is voor de kip. Nee-hee. Dit kán wel. Lamenoumaar.

Pas als ik de achterdeur uitstap heb ik door dat het niet droog is. Niet dat het regent hoor. Nee. Het sneeuwt. Irritante priksneeuw die als naaldjes in je gezicht stuift. Maar goede voornemens zijn goede voornemens en die ga ik niet op 1 januari al loslaten. Ik heb heldere instructies gekregen over de route en het is vlakbij.

Al na een paar honderd meter zie ik niet zo veel meer. De bril is ondergesneeuwd en moet om de haverklap afgeveegd worden, waardoor mijn handschoenen al snel doorweekt zijn. Is niet erg, ik ben zo bij de brug. En over de brug. Oh, dat was niet de bedoeling. Omdraaien. Heb ik een afrit gemist? Even kijken, voor zover mogelijk in deze duistere sneeuwbui. Daar staat een bord ‘verboden in te rijden’. Daar staat een bord ‘fietsers omleiding’. Daar staat een bord ‘bouwverkeer’. Uhm…. hij had het over een tijdelijke weg, daar aan de andere kant van de weg zie ik wel iets tijdelijks aangelegd. Oversteken maar. Nee, dit loopt dood. Dat dan? Oh, daar zijn slagbomen, dat mag vast ook niet. Route drie? Nou, het lijkt me niet de bedoeling dat ik via een grasberm met de fiets onder de brug door kruip. Dit kan niet kloppen. Terug omhoog, brug op, nog eens kijken. ‘Verboden in te rijden’ en ‘Fietsers omleiding’. Ik ga voor ‘Fietsers omleiding’. Ik word volledig terug naar Aduard gestuurd, en verder. Ik stop nog even bij een bushalte om de verkoper bericht te sturen dat ik onderweg ben. Via een enorme omweg kom ik uiteindelijk weer in de buurt van het Aduarder Diep, waaraan het huis moest liggen. Op de display van mijn fiets zie ik dat ik inmiddels 9 kilometer heb afgelegd in plaats van 2 1/2. Ik zie veel woonboten, allemaal met huisnummers die niet eens in de buurt komen van waar ik moet zijn, en begin me af te vragen of ik goed zit. Dan zie ik ineens in de verte een boerderij waar iemand op de oprit met een licht zwaait. Zou het….? En ja, het zal. Een beetje ongeduldig, want hij moet gaan melken, en ik ben toch een stuk later dan afgesproken, maar: hij heeft op me gewacht. Lost meteen even het probleem van de omweg voor me op: “Niet gevonden? Hoe dan? Oh, jaaaa, maar daar staat wel ‘verboden in te rijden’ maar voor ons moet je daar toch gewoon in hoor.”

Even later zijn Jannes en ik met mijn kippenvervoerskist droog in de stal. “Ah,” wijst Jannes, “Daar zit ze al.” Los in de stal met jongvee. Gealarmeerd dreigend naar ons en klokkend naar haar grut loopt ze er vandoor. Ik maak een superblonde opmerking: “Oh, dus we moeten haar nog vangen?” Ja, ik had immers niet gezegd dat ik haar al wilde, ik moest eerst even kijken. Eigen schuld. Kwartier, twintig minuten kost de vangpartij. De kalveren kijken ons aan alsof we volslagen kierewiet geworden zijn. Ik heb nog een blond moment, want zodra ik een klepje open van mijn vervoerskist om kuiken drie erin te zetten, schiet kuiken een of twee er weer net zo hard uit. Zo komen we nooit aan 1 kip + 4 kuikens tegelijk in de mand. Moederkloek biedt het langste weerstand en is dan ook het lastigste in de kist te krijgen. Vier kuikens die net begonnen zijn met fladderen binnen houden als je een klep groot genoeg voor moedertokkie moet openen is best even een klusje voor pak ‘m beet 12 paar handen. Wonder boven wonder lukt het ons. Intussen is een andere boer al aan Jannes komen vragen om hulp, dus zodra de kip met kroost in de kist zit trekt Jannes een sprintje op klompen en laat mij zelf de kist achterop hijsen. Via de weg ‘verboden in te rijden’ ben ik in no time thuis. Kippeneindje.

 

 

 

 

 

 

We zijn nu bijna een week verder. Mama kip is Janne gedoopt (dank aan Jannes) en heeft het zwaar met haar kroost. Aithusa en Polle doen niet lastig, maar Nikki doet toch wat we van haar verwacht hadden. Arme Janne. Het wordt elke dag een klein beetje beter en we houden stug vol. Eega heeft besloten dat de kuikens die hen worden maar gewoon lekker blijven. Hij verraadt nogmaals zijn zwak voor de kippen als ik op 7 januari zijn voetstappen ’s morgens vroeg in de verse sneeuw zie staan en merk dat hij dus óók elke morgen de kipjes controleert om te kijken of alles goed gaat. Goed, nee, dat nog niet helemáál. Maar wel elke dag een beetje beter. Daar hebben we wel vertrouwen in. We gaan Nikki nog wel wat gastvrijheid aanleren!

 

Auteur: Jiska

Op weg naar een groen leven in Groningen!

2 gedachten over “Tokkies Deel Twee”

  1. Ik zie het helemaal voor me, jij en Jannes (potige boer) vangend achter een paar kippen.

Reacties zijn gesloten.