Al van kinds af aan heb ik het opgroeien van jong dierenspul prachtig gevonden. In mijn jeugd bijvoorbeeld de konijntjes in de achtertuin, de cavia’s in de slaapkamer, de guppies in het aquarium, de zebravinkjes in de woonkamer, de lammetjes in de voortuin, de kippen naast het huis en de agapornissen in de TV-kamer. Mijn ouders hielden het behapbaar houden van het dierenbestand in de gaten, en naar mijn gevoel was het nooit té veel, maar we hadden wel altijd beduidend meer dieren dan gemiddeld. Geen wonder dat ik in mijn studententijd al snel een kamer vol dieren had, en ook daar kwam jong grut bij. De garnalencocktails die muizen, ratten, gerbils, hamsters, exotische knaagdieren en konijnen produceren zien er in eerste instantie niet appetijtelijk uit, maar al snel komen de donsjes erop, neemt de gelijkenis met garnalen af, en wordt het aandoenlijk.
Als huisdier gehouden knagers werpen bij hun bevalling dus meestal blinde, kale, roze wormpjes eruit. Zo niet de cavia. Daar komen kant en klare miniversies uit, die meteen rondkijken, mee eten en waggelend rond lopen. Ze zijn dan ook bizar lang zwanger voor zulke kleine diertjes, maar goed, dan heb je ook wat.
Jarenlang was ik caviafokker. Tot een paar maanden voor de verhuizing. Inmiddels heb ik de caviaopvang en fok ik niet meer. We genieten dan ook extra hard van een nestje caviagrut van vrienden die nog wel caviafokkers zijn. Een nestje dat hier geboren is en mag opgroeien: wij zijn ‘kraamhotel’. Het kleine spul mag een maand lang in onze woonkamer tienerproof, hondenproof en drukteproof worden getraind. Een taak waar de kinderen en ik ons op storten. Het zijn net kleine piepbeestjes, alleen hebben deze een beduidend uitgebreider vocaal repertoire. De interactie tussen mama caaf, tante caafs, ome castraatcaaf en de kleintjes is ontzettend leuk om te observeren. Wij lagen bijvoorbeeld in een deuk om de verbijsterde reactie van tante caaf Marigold, toen de baby’s probeerden of Marigold óók melk geeft.
Beste vrienden uit ‘de kop van de Nederlandse Leeuw’, lezen jullie dit? Dan speciaal voor jullie een oproepje.
Aanbieders: mama cavia en drie baby’s.
Aanbod: knuffeltijd.
Gevraagd: knuffelaars.
Doel: nóg tammer maken.
Neem even contact op wanneer jullie komen knuffelen. En ja, dit aanbod geldt óók voor 18+.
Wij zijn alvast aan de slag. Wij gaan wel met schaamteloze voorkeur het zeugje (meisje) uit het nest extra vaak pakken. Haar broertjes (de beertjes) zullen als ze een maand oud zijn verhuizen. We zullen ze missen.
Het zeugje blijft hier bij haar mama wonen, en heeft de klinkende naam “Minerva McGonagall van de Pieperacademie” gekregen. Een échte Harry Potternaam, omdat haar moeder “Lavender Brown van de Pieperacademie” heet. Ook een Potter-naam. En luitjes, dat stelt nog niets voor vergeleken met de namen die de cavia’s uit mijn “Caviastal Lothlórien” vroeger kregen…. wat dacht je van “Lothlóriens Bridge over Khazad-Dhûm” of “Lothlóriens Emyn-nu-Fuin” of “Lothlóriens Forest of Fangorn”? Dan zijn deze namen toch aardig ingehouden, nietwaar?
Een van de tante caafs voelt zich trouwens aardig achtergesteld nu. Zij heeft de naam gehouden die ze al had toen ze in de opvang kwam: Zwartje. Je wil niet weten hoeveel zwarte cavia’s Zwartje heten. Normaal zou ons gezin vol creatieve breinen daar wat anders van maken. Wij hadden echter de enorme pech dat ze zowaar lúisterde naar haar naam en dus niet meer omgedoopt kon worden. Wat ze wel voor elkaar heeft: het omgekeerde. Want wij luisteren nu ook naar haar. Als zij goed hard piept, komen wij eraan met groenvoer, aaitjes, nieuwe brokjes, hooi of kruiden, al naar gelang wat we denken dat ze ons toe gilt. Laten we hopen dat zij dat de jongen niet aanleert. Maar ja, Zwartje kennende gaat ze dát deel van de opvoeding Lavender uit de pootjes nemen. Heeft Jack Frost, de castraat, straks nog meer werk om zijn damesharem in goede banen te leiden (lijden?).
Ik doe intussen al twee dagen over dit blog… ik zit steeds kleintjes te kijken. Weet je wat, kom maar zo snel mogelijk live bewonderen.
PS Kunnen jullie je herinneren dat ik al 2x in dit blog verzuchtte dat ik hier in het noorden geen ooievaars meer zag en dat ik die wel miste hier? Wel, die beesten kunnen lezen, denk ik. Volgens mij hebben ze massaal staan wachten en zijn ze met een hele club tegelijk die babycavia’s hier komen afleveren. Afgelopen anderhalve week zag ik er al tien. Ze hebben vast onderling gevochten wie die drie baby’s mocht dragen.