Ik zal het maar toegeven: ik ben een viespeuk. Niet op het werk, ter geruststelling aan al mijn patiënten! Daar desinfecteer ik me helemaal suf, was vaker mijn handen op 1 werkdag dan thuis in een heel weekeinde, trek secuur latex handschoenen en wegwerp-overschort aan bij mogelijke besmettingsgevaren, doe op de OK bij elke nieuwe patiënt een nieuw ‘snoetje’ voor en bij het minste vlekje op mijn witte jas wordt die nog vaker dan al de bedoeling is verwisseld voor een schone.
Wat een verschil met thuis. Hier ben ik een rechtgeaarde smeerpoets. Althans, om nog enige nuance aan te brengen, vooral buitenshuis. Daar zit ik zonder enig probleem op mijn hurken of zelfs knieën in een caviaren met keutels, terwijl de caafjes de nog bemodderde wortels uit mijn handen proberen te trekken. Daar veeg ik met mijn blote handen de ingedroogde kippenpoepjes van de slaapstokken van onze Tokkies. Daar schep ik een verdwaalde hondendrol (foei) uit de tuin en kiep die in de biobak. Maar, wederom enige nuance, dat dan weer niet met blote handen. Daar pluk ik bramen tot mijn vingers paars zien (en niet zelden ook mijn handen, polsen, en bij een pechdag ook jas, broek en schoenen). Daar snoei ik bomen en heggen tot de groene vegen op mijn handen en kleren de laatste trieste tranen van de verdwenen groene blaadjes zijn. Daar worden mijn handen vet als ik de zelfgemaakte vogeltaarten op tafel zet en de vetbollen in de boom hang. Niet zelden nestelen zich op zulke momenten dorre blaadjes, takjes of zelfs insecten in mijn haren, die ik uiteraard pas binnenshuis opmerk.
Vies worden in de moestuin is bijna een must. Zonder vies te worden zou ik mijn groentes niet geoogst krijgen, en het is nog goed voor je humeur ook. Echt waar. Deze link (KLIK!) stuurde oudste mij enige tijd terug. Ik moest eraan terugdenken toen ik vanmorgen in de moestuin was. Ik oogstte spruiten en moest inwendig glimlachen toen ik in een veld vol spruitkoolplanten één verdwaalde spitskool aantrof. Dappere plant. Ik groef een hele vreemde wortelpeterselie tevoorschijn die -I kid you not- een knoop in zichzelf gelegd had. Het bewijs staat hiernaast. De grijns verscheen nu ook zichtbaar op mijn gezicht.
Ik trok een flinke krop andijvie los, met kluit en al, want dan kan ik die thuis nog een poosje met de worteltjes in een emmertje water buiten goed houden en is hij lekker vers-knapperig bij opeten. Deze andijviekrop leek zijn vaste stekje niet vrijwillig te willen opgeven en zat nogal vast in de grond. Ik liet de drie losse blaadjes die ik in mijn hand had na poging 1 los, pakte de krop nóg steviger en nóg dichter bij de kluit vast, ging er wijdbeens overheen staan en deed een nieuwe poging. Kennelijk was poging 1 toch meer geslaagd dan ik dacht, want alleen mijn feilloze reflexen * kuch * voorkwamen dat ik bottom-down op de andijviekrop daarachter in de rij landde met de acuut losgeschoten krop in mijn handen. Ik grinnikte nu echt hardop om mezelf.
Met rouwrandjes onder mijn nagels, natte sokken (IN mijn schoenen, ja), en in de krul geschoten want natgeregende haren, toog ik huiswaarts met de oogst van vandaag.
En dan ben je er dus nog niet. Boodschapjes mik je zo de kasten in, oogst niet. Die moet nog gewassen, in aparte papieren zakjes gedaan (om te voorkomen dat de hele koelkast onder de modder zit), groente-met-wortel-geplukt in emmertjes water voor de deur gezet, al verpieterende delen meteen de biobak in, en de voor ons niet eetbare delen worden onder de cavia’s en sprinkhanen verdeeld. Sprinkhanen? Ja, weet je, ik reken ze niet onder de huisdieren, maar er staat hier altijd een bak vol als voedseldieren voor onze luipaardgekko’s. Die soms overigens zo ongelooflijk lui kunnen zijn dat die sprinkhanen dan het enige beetje beweging in het terrarium zijn.
Nadat dat alles gebeurd was, was het al ongeveer voorbij lunchtijd. Hoogste tijd. Ik mocht dus van mezelf legitiem de overload aan modderige voetafdrukken in de keuken nog even negeren, en genoot van een deze keer wel bijzonder mooi luchtig gerezen brood dat heerlijk knapperde bij het aansnijden. Daar moet je toch even de tijd voor nemen!
Daarna moest ik toch echt eerst een paar mails versturen, voor ik zou vergeten dat dat vandaag nog moest. Starend naar het computerscherm negeerde ik nog steeds de modderpootjes die ik – zo zag ik nu – niet alleen in de keuken maar ook in de woonkamer had gezet.
Drie telefoontjes van het notariskantoor en de makelaar tussendoor, over de overdracht van ons oude huis in Wijchen, moesten ook meteen afgehandeld. Door een telefoon ziet niemand je vuile vloer. Dit ging voor.
Daarna echt nú de was ophangen, anders zit die zo lang nat in de machine. (Ja, het is gelukt: we hebben inmiddels een droogrek en de wasdroger wordt niet meer gebruikt!) Op weg naar de wasmachine zag ik trouwens ook modderafdrukken in de gang, maar hey, op zolder zie je die toch niet meer. Bij het ophangen van de was viel me op dat handenwassen voor de lunch niet genoeg geweest was en dat ik met rouwrandjes onder mijn nagels aan de schone was zat. Had ik al gemeld dat ik een viespeuk kan zijn? Uit een vorm van zelfkastijding besloot ik terstond als boetedoening er dit blog over te schrijven. Dat dweilen van de hele benedenverdieping kon later nog. Nu had ik immers inspiratie. En als ik toch even ging zitten om te schrijven, kon ik ook wel een goede pot thee erbij zetten. Meteen de Brita-kan opnieuw vullen, en hey, wat vlijtig, en passant wasbak en aanrecht ontdoen van de restjes aarde en modder die ik kennelijk net over het hoofd zag toen ik dacht alles gepoetst te hebben na de oogstverwerking. Zie je wel, ik ben heel nuttig bezig, ’t is echt niet zo dat ik mijn tijd verlummel terwijl ik eigenlijk had moeten dweilen.
Goed. Blog is vrijwel klaar. Misschien moet ik nu eerst maar even het hok van de cavia’s in de woonkamer gaan verschonen. Als ik de zak met schone bodembedekking naar binnen sleep uit de schuur, zet ik namelijk vast weer nieuwe modderpootjes binnen.
En die uit mijn haren of kleren gevallen blaadjes (echt, ik weet niet waar het vandaan komt, uren nadat ik in de tuin geweest ben, ben ik nog in de rui van takjes en blaadjes) moeten eerst opgezogen worden, anders veeg ik ze alleen maar rond bij het dweilen. Misschien is het daarna wel tijd om te koken, en als het eenmaal gaat schemeren zie je de voetafdrukken binnen ook echt niet meer zo heel goed. Morgen regent het ook weer, dan moet ik vast opnieuw dweilen als de kinderen weer met natte schoenen naar binnen komen. Kan ik het net zo goed in één keer morgen doen….. Toch?
Viespeuk.
Hahahaha viespeuk.
Ik vergeet nooit meer je tekst bij een kopje thee: Goddank ben jij het (de caviahaar uit mijn kopje vissend) anders had ik nu een schoon kopje moeten pakken. Gelukkig nam ik niet net een slokje anders was de thee via mijn neus hik-lachend naar buiten gekomen.
Big Grin.
Wij cavia-houders begrijpen dat wij allemaal een beetje viespeuk zijn en dat een kopje waarin een caviahaar drijft nog niet de viezigheidsgrens bereikt heeft om hem onbruikbaar te verklaren.