…. and it will be my last, vult mijn hoofd meteen aan in de onvergetelijke stem van John Miles. Ooit hoorde ik hem live, toen hij mee op tournee was met Alan Parsons Project. Ik voel nog, als ik eraan terugdenk, hoe het kippenvel op mijn armen omhoog plopte en de rillingen door mijn lijf sidderden. Ik liet deze song laatst eens horen aan onze kinderen. Oudste en middelste keken me redelijk blanco aan (hoe kunnen ze de beauty in deze song missen???) en jongste werd meteen enthousiast: “Oh! Die ken ik! Die heb ik gespeeld met ons orkest, ik had ook nog een solo.” Dat laatste verklaart meteen waarom ze zo enthousiast was, denk ik. Haar muziekinstrument is heel belangrijk voor haar en solo spelen is van tevoren doodeng, tijdens heerlijk en spannend tegelijk, en erna vooral fantastisch.
Muziek geeft uiting aan emoties waar woorden niet voldoende zijn. Van jongs af aan was muziek belangrijk voor mij. Mijn ouders stuurden mij en zusje als jonge meisjes huilend en vol weerzin naar muziekles in (ik verzin dit niet) Café de Notenbalk: we vonden de leraar niet zo aardig. Hij was namelijk nogal streng. Hij had de euvele moed het aan de kaak te stellen als we niet genoeg geoefend hadden thuis. Had niet zo veel boodschap aan dat er in ons leventje belangrijker dingen waren, die die week nou nét even voor het oefenen waren gegaan, zoals ‘hoeveel regenwormen vind je onder één tegel’ of ‘kan deze trui nog een dag of moet hij in de was’ of ‘wie heeft de lego nou weer meegenomen naar zijn of haar kamer’ of ‘echt wel, het was wél jouw beurt om af te drogen, vorige keer was ik het ook al’ of ‘die nieuwe schommel gaat èch-waal-sjön hoog’.
“Zorg nou eerst maar dat je in het orkest komt, en speel daar maar eens een jaartje mee” verklaarden mijn ouders, die zelf overigens allang gestopt waren met de instrumenten die ze ooit bespeeld hadden, “want dan pas weet je waarvoor je het doet.” We kwamen in het orkest, en al na een paar maanden wilden we nooit meer ophouden met het bespelen van een instrument in een orkest.
Als eerstejaars student leerde ik in de Grote Stad waar ik toen ging wonen, niet ver van de Nog Grotere Stad waar ik toen studeerde, in het orkest waarin ik toen ging spelen, een andere eerstejaars student kennen. Hij dwarsfluit, ik hoorn. Met een schuine blik konden we elkaar net zien tussen de klarinetten, piccolo en hobo’s door, met de fiets raakten onze trappers elkaar net niet als hij me naar huis escorteerde. Mijn hospitus en hospita vonden ons steeds langer uitgestelde afscheid als we bij mijn oprit aangekomen waren op een gegeven moment zo hilarisch dat ze een briefje op de deur hingen dat ik genoeg huur betaalde om hem ook nog wel binnen te mogen vragen.
Zijn dwarsfluit en mijn hoorn op onze trouwkaart, zeven jaar later, waren de voorbode van het belang van muziek in het toen nog te vormen gezin. Drie dochters hebben inmiddels al diverse muziekinstrumenten, zanglessen, danslessen (en acteerlessen!) binnen gesleept. En zo veel puberdochterdrukte dat het wekelijkse ritje op en neer naar het orkest waarin eega en ik spelen (35 km enkele reis) echt even tijd voor ons samen is.
Dat ga ik wel missen straks, na de verhuizing. Eega gaat het druk met werk krijgen (volgens oudste krijgt hij ‘een fancy baan’) en gaat daarom voorlopig geen orkest meer zoeken. Oudste denkt er nog niet echt over hoe het qua muziek zal gaan lopen, middelste gaat op school in een bandje. Jongste en ik zoeken wél een orkest, maar het aanbod in orkesten die bij ons passen blijkt in Groningen niet zo dik gezaaid als we wel zouden willen.
Heb je contact met een leuk orkest dat geweldig klinkt en een mooi niveau heeft, blijken ze ook buiten op straat te marcheren. Nee dank u. Als ik ergens een bloedhekel aan heb is het die vooroordeelbevestigende marsen eruit knallen in een ongemakkelijk zittend uniform.
Heb je contact met een ander leuk orkest, alles klinkt geweldig via mail, ga je opnames luisteren, zit het vol valse noten en te enthousiaste musici die in de rusten doorspelen. Nee dank u. Ik lees ook liever boeken zonder spelfouten, zo speel ik ook liever zonder al te veel valse noten om me heen. (Sorry, echt waar, ik wéét dat iedereen zo begint en natúúrlijk was ik zelf ook ooit zo, maar je blijft tenslotte ook niet je hele leven op de basisschool, dus ik probeer echt niet arrogant over te komen hier!)
Heb je contact met een orkest dat goed klinkt én niet het buiten in looppas marsen spelen promoot, laten ze niet toe dat een kind zolang het nog te jong is in de pauze naar huis gaat (hallooo, jongste is 13, de dag na jullie repetitiedag is het school, mag ze nog een paar uur slapen?). Nee dank u. Muziek is prachtig en belangrijk maar school is nog belangrijker.
Het zal er wel op neerkomen dat we eerst maar eens live moeten gaan luisteren, sfeer proeven en meespelen, de beslissing welk orkest (géén orkest is geen optie) valt later nog wel!
Gisterenavond gaven eega en ik een concert met ons huidige orkest. Het ging goed, hoewel we altijd kritisch zijn en nog duidelijk ruimte voor verbetering horen. Er waren genoeg van precies die momenten waarvoor ik het doe: na een prachtig gespeelde fragiele, intieme lijn van de piccolo mijn adem laten gaan en merken dat ik die inhield van de spanning. Even de ogen dicht als er een akkoord zo geweldig samenvloeit dat niet alleen onze hoorngroep, maar het hele orkest even één is. Even die hartslag omhoog als het slagwerk het tempo opdrijft en die ingewikkelde loopjes eraan komen…. en lukken! Die solo door een saxofonist die zijn altsax warmer en mooier kan laten klinken dan vrijwel iedere andere saxofonist die ik ooit live hoorde. Alle uitglijders, kicksen (jawel, hoorns kunnen kicksen), foute stemmingen, gemiste noten, uit elkaar lopende ritmes, onvoldoende dynamiek, kortom alles wat je als muzikant in het orkest zo opvalt maar in de zaal meestal gemist wordt omdat ze -eerlijk is eerlijk- vaak maar klein zijn: ze zijn even helemaal naar de achtergrond tijdens het intense genieten van de geslaagde momenten.
Ik ga vast weer een orkest vinden in Groningen. Volgend blog weer vrolijk lieve volgers, ik beloof het. Met een grapje hier en daar en meer over alles wat groen is, wordt en moet zijn. Maar voor nu heb ik het in mijn hoofd even druk zat met een soort van rouwverwerking. Nog maar 2 weken, 4 repetities en 1 concert (op een concours, een muziekwedstrijd) en dan nemen we daarna afscheid van dit orkest. Wie had ooit gedacht dat afscheid nemen van een orkest voor mij het allermoeilijkste zou zijn van de hele verhuizing?
Ik heb zelf niks met muziek maar je schrijft zo vol passie over het orkest dat ik helemaal begrijp dat het vervelend is dat er nog geen geschikt orkest is gevonden.