Niet mijn favoriete kerstlied. Wel van de Crummelburgband. Wereldberoemd in heel… Wijchen en omstreken.
Potverdorie, dit gaat de verkeerde kant op. Ik wilde een blog schrijven over onze laatste kerstmis in Wijchen, maar het intikken van de titel bracht herinneringen boven en die duikelen nu in mijn hoofd, schreeuwend om zwart-op-wit-zetten. Ik voel het blog over Kerstmis wegglippen uit mijn hersenen alsof Bernlef er zelf de hand in heeft. Nou goed dan.
Toen onze kinderen nog op de basisschool zaten, vond men daar (Jenaplanschool de Buizerd, behoorlijk cultuurminnend) dat muziek belangrijk was voor kinderen. Dit soort scholen is een uitstervend soort, en inmiddels is de Crummelburgband ook ter ziele, maar wij maakten de goede tijd nog mee: een orkestje van enkel Buizerd-kinderen. Repeterend op de Buizerd, sommigen zelfs les krijgend op de Buizerd (die lesruimte bood aan de muziekschool, die op hun eigen locatie al voor hun faillissement zo ver moest inkrimpen dat ze lokalen tekort kwamen) en zelfs in pauzes en heel soms onder lestijd kwamen de minimuzikantjes samen. Geheel volgens het Jenaplan-principe werden de kinderen ook aangemoedigd om aan en van ekaar te leren, en als ik dan als begeleidend en toezichthoudend ouder rondliep door de school klonk dan bijvoorbeeld uit het ene lokaal elke keer dezelfde foute trompetnoot, elke keer weer gevolgd door een geduldig voorspelen van de oudste trompettist uit groep 8 om ze te laten horen hoe het wél moest. Uit een docentenkamer kwamen vioolklanken waarbij de meest ervaren violiste uit groep 7 om de drie noten moest stoppen om bij de jonge violistjes uit groep 3 hun vingers recht te zetten op de snaren. De blokfluitistjes kwamen soms maar een paar maten ver omdat ze overal op riepen ‘ik snap het niet’, tot wanhoop van de bijzittende hoboïste die hen begeleidde. De slagwerkers maakten vooral héél véél lawaai en leerden van de ouderejaars hoe je het meeste geluid uit elk stukje vel, stok en bel kon halen. De saxofoons gebruikten de oefentijd meer om te keten dan om de Jena-gedachte in stand te houden. Uit de aula waar de klarinetten oefenden kwam vooral gegiechel, wat dan weer een schril contrast was met de extreem serieuze dwarsfluitisten die elkaar tot evenzo serieuze prestaties dreven. Toch kwam er echt nog wel muziek uit. KLIK op eigen risico, want enthousiasme en samenspel werd vele malen belangrijker gevonden dan stemming 😉
Nadat een leraar zonder enige dirigeerervaring (te zien in bovenkliks linkje) de fantastische klus had geklaard zo’n 20 jaar lang dit orkestje gaande te houden, ondanks het jaarlijkse verlies van de meest ervaren muzikanten door vertrek naar middelbare school, en de vermoeiende klus elk jaar nieuwe kinderen te interesseren voor muziek, was zijn grootste angst dat het orkest zou stoppen na zijn pensioen. Eega en ik sprongen in. Met 1 dochter al in de Crummelburgband en nog 2 dochters in de startblokken namen we de klus op ons de muziek te blijven verspreiden onder de Buizerdkinderen. Waar eega verrassend makkelijk het zooitje ongeregeld ‘aan de stok’ kreeg, bleef ik het dirigeren altijd lastig vinden. Ik ben niet snel zenuwachtig ergens voor, maar dirigeren heb ik altijd erg spannend gevonden. Net als Charlotte, trouwens. PS: verrassende link hè?
Nee, dirigeren, ik deed het wel, maar stop mij als ik de keuze heb maar lekker een hoorn in handen in plaats van een baton (dirigeerstok). Eega en ik arrangeerden, kopieerden muziek, regelden optredens, maakten muziekmappen, probeerden jaarlijks nieuwe muzikanten te interesseren met allerlei wervende acties, gingen om het jaar met de hele club naar de Efteling (3x optreden, rest van de dag vrij door het park, de kinderen vonden het een mega-deal), stonden jaarlijks te blauwbekken bij de Reut in de hoop dat de instrumenten niet bevroren (voor noorderlingen: de Reut is de Carnavalsoptocht) en waren minimaal 2x per week op school om te begeleiden en dirigeren.
We probeerden onze dochters intussen in de band te houden, want naarmate de muzikanten verder kwamen -en dus harder nodig waren om het orkest een beetje goed te laten klinken en de beginners te begeleiden- werd het ook steeds minder interessant voor ze. Wij snapten dat goed, als je jarenlang dezelfde liedjes speelt en elke keer weer aan het begin van het schooljaar met een lager niveau begint en opbouwt en na de zomervakantie weer duikelt enzovoorts, dan is dat ook niet heel motiverend. Bij deze bied ik onze dochters onze welgemeende excuses aan dat we hen gezegd hebben dat zij vanwege voorbeeldfunctie écht tot groep 8 moesten blijven meespelen.
Lang niet alle kinderen zijn instrumenten blijven bespelen. Velen stopten er als de middelbare school in zicht kwam, preventief, want ‘ze zouden het vast wel druk krijgen’. Toch hebben we goede hoop dat er dankzij de Crummelburgband méér Wijchense kinderen met muziek in aanraking zijn gekomen én deels gebleven, dan gemiddeld in de regio. Een mooie gedachte, dus als je twijfels hebt: sssst, wij willen het niet horen.
Elk jaar speelde de Crummelburgband een kerstrepertoire bij het Kerstgala. Zoals bij vast wel elke basisschool had ook de Buizerd de week voor de kerstvakantie zo zijn tradities. En gelukkig hoorde daar ook muziek bij. In de eerste jaren werd er alleen muziek gemaakt vlak voor het kerstdiner terwijl iedereen bij kaarslicht binnen kwam, waarna de minimuzikanten naar hun klassen konden om aan te schuiven zodra iedereen binnen was. Een experiment om ze ook te laten spelen als de ouders later bij vuurkorflicht en glühweingloed binnen kwamen om de kinderen weer op te halen werd snel beëindigd, want het werkte de motivatie niet in de hand om de kinderen uit hun klassen te halen voor het einde omdat er al ouders over het plein aankwamen.
In plaats daarvan werd er een ander moment verzonnen voor een tweede optreden: in de middag, een echte ‘kerstmatinée’, voor bejaarden, hulpbehoevenden en cliënten van de zorgboerderij. Zelden heb je een enthousiaster publiek dan wanneer er mensen met een verstandelijke beperking bij zitten. De muzikantjes vonden dat tegelijk leuk en een beetje eng. Applaus is geweldig, maar applaus van iemand die opstaat uit het publiek en naast je gaat staan meewiegen en meezingen en heel hard in je gezicht juicht bij het applaus is toch wat confronterend. Eega en ik moesten elk jaar voor de zekerheid toch weer uitleggen dat ze niets kwaads in de zin hebben, dat het hun manier van enthousiasme uiten is, en dat het dus eigenlijk vooral een enorm compliment is. Het enige moment waarop ze van ons mochten tegenwerken: als er geprobeerd werd aan de instrumenten te zitten. Ook dat werd trouwens een jaar na het instrumentincident opgelost door bij het publiek gewoon zo veel mogelijk triangels, belletjes, claves, maracas enzovoorts uit te delen. Dát was iets wat de Crummelburgband begreep: muziek met véél geluid is leuk. Dat begrip kwam van nature, het begrip dat muziek ook mooi kan zijn als je ingetogen en gevoelig speelt probeerden we ze rond kerst bij te brengen. De opluchting waarmee de meesten na de jaarwisseling overstapten op het carnavalsrepertoire sprak boekdelen. En ik denk dat daarom Last Christmas hun lievelingsnummer was: daar mocht wel op sommige stukken lekker hard gespeeld worden.
Lieve ex-Crummelburgbanders, ik hoop dat jullie ondanks ons toch altijd plezier in de muziek gehad hebben en blijven houden.
En nou moet ik maar eens snel de scones voor bij de middagthee gaan opwarmen. Het is tenslotte kerstmis en ik begon dit blog eigenlijk om over onze laatste kerst in Wijchen te praten. Gemiste kans!